We leren de jongens hoe ze dingen naar de praktijk moeten vertalen.

Corné Sparidaens is één dag in de week als docent aan het werk voor het Koning Willem I College. Hij doet dat gedetacheerd door Brabant Water, waar hij in dienst is als praktijkopleider en monteur. 

Corné geeft samen met een docent Techniek van het Koning Willem I College les aan een groep studenten die allemaal de opleiding (Eerste) monteur gas-, water- of warmtedistributie niveau 3 volgen. Alle studenten volgen de opleiding in het bbl-traject. Verschillende daarvan zijn in dienst van het GOA en zijn bij diverse leerbedrijven ingedeeld, waaronder Brabant Water. Corné heeft daarom ook geen ‘Brabant Water-pet’ op, hij is instructeur van het Koning Willem I College, die op locatie van Brabant Water lesgeeft. 

Corné werkt al sinds 2008 bij Brabant Water. Daar begon hij als monteur, later ook als praktijkopleider en sinds december 2022 is hij gedetacheerd aan het Koning Willem I College. Corné is toen door de afdeling Techniek benaderd om te polsen of hij interesse had om voor één dag per week docent te worden voor de studenten van de opleiding (Eerste) monteur gas-, water- en warmtedistributie . In overleg met het opleidingscentrum Brabant Water is gesproken over de lesstof en het specifieke aanbod en zij zagen ook mogelijkheden. Beide instellingen zagen dat de inzet van Corné de beste en snelste oplossing was. Corné kent de materie, de groep en het Koning Willem I College. Een win-win situatie zou je kunnen zeggen. 

De samenwerking tussen Brabant Water en Koning Willem I College loopt prima. “Hoe mooi is het dat het bedrijfsleven en de onderwijsinstelling hun krachten bundelen?” zegt Ferry met trots in zijn stem. “We zien nu vanuit het bedrijfsleven precies wat er straks van de jongens in de praktijk gevraagd wordt, daarop stemmen wij ons lesmateriaal af.” Corné vult aan: “Je zit meteen bij de opdrachtgever. Aan de voorkant kun je meteen zien hoe het werkt. Je zit niet bij een aannemer, je zit bij het netwerkbedrijf. Dat kunnen we hier meteen in de praktijk brengen.” Uit de samenwerking spreekt ook het vertrouwen dat Brabant Water en het Koning Willem I College in elkaar hebben. “We hebben een gezamenlijke visie en die vertalen we samen in de praktijk bij deze opleiding”, zegt Corné. Vanuit Brabant Water en hun opleidingscentrum is ook heel duidelijk uitgesproken dat het noodzaak is de monteurs van nu goed voorbereid het werkveld in te krijgen. Met deze samenwerking gebeurt dat nu dus ook. Voor Brabant Water is het ook nog eens een voordeel dat ze eigen monteurs de opleiding kunnen laten volgen en ze zo behouden voor hun bedrijf. Nieuwe monteurs die voor het vak kiezen, maar ook monteurs die al een tijd bij het bedrijf werken en bijscholing nodig hebben. Het is belangrijk dat de waterleidingmonteurs goede vakkennis hebben. “Water is een eerste levensbehoefte. Je wil niet dat er ’cowboys’ aan de waterleidingen gaan werken” spreekt Corné zijn zorgen uit. “Doordat wij ons ervan bewust zijn dat kwaliteit van opleiding belangrijk is, is deze samenwerking zo krachtig.” ”  

Doordat Corné al jaren als monteur bij Brabant Water werkt, weet hij precies hoe het er in de praktijk aan toegaat. Deze ervaring neemt hij mee in de lessen en brengt hij over op de studenten. “We leren de jongens hoe ze dingen naar de praktijk moeten vertalen”, geeft Corné aan. “En alles natuurlijk volgens de geldende eisen”, vult Ferry aan. “Corné weet alles van de eisen van de voorkant, het drinkwaternetwerk. Die kennis heb ik vanuit mijn onderwijsverleden niet, we vullen elkaar daarom prima aan. De samenwerking is voor ons beiden erg leerzaam.” Omdat Corné werkzaam is bij Brabant Water en aan de zogenaamde ‘voorkant’ zit, weet Corné precies te vertalen wat er in de praktijk nodig is. “En die kennis neem ik ook weer mee naar mijn andere lessen,” zegt Ferry. Ook voor Corné is zo’n traject goed voor zijn persoonlijke ontwikkeling binnen Brabant Water. Het mes snijdt dus aan twee kanten!

Corné geeft verder aan dat hij het belangrijk vindt als andere bedrijven tijdig zouden investeren in hun medewerkers. “Ga eens werven binnen het bedrijf, er zijn zeker weten mensen die het leuk vinden om collega’s iets bij te brengen. Die geïnteresseerd zijn om als praktijkopleider of docent aan het werk te gaan voor het bedrijf.” En die interesse is wel van belang, vindt Corné. “Want een goede monteur is niet automatisch een goede leermeester. Je moet het leuk vinden om jongeren iets bij te brengen.” Het bedrijf moet ook bereid zijn tijd en geld te investeren.  “Want hoe je het wendt of keert, opleiden kost geld”, vult Ferry aan. “En je moet je willen en kunnen inleven in de leefwereld van de jongeren van nu,” zegt Corné. 

De beide heren zien genoeg kansen voor Techniek en andere sectoren. “Iemand met veel praktijkervaring die het leuk vindt om iets binnen de branche voor jongeren te kunnen betekenen, vanuit het eigen werkveld, dat geeft zoveel mogelijkheden”, concludeert Ferry.  Zo breng je je eigen ervaring over op het onderwijs, dichterbij de praktijk kom je niet!