15 juni 2024
Het aanstaande kabinet wil dat inburgeraars les krijgen over de Holocaust en zich gedragen als ‘één van ons’. De echte Nederlander bestaat niet, zegt het lesboek van de inburgeringscursus. Maar om 6 uur ’s avonds aan tafel voor stamppot met een kuiltje jus bestaat wel.
‘Wie ziet deze mensen weleens?’, is de vraag van docent Katja Lærkedal, als er vier foto’s verschijnen op het digibord van haar klaslokaal op het Bossche Koning Willem I College. Zeven handen gaan tijdens de inburgeringscursus de lucht in. ‘Die zijn echt altijd op tv’, zegt een Syrische deelnemer. ‘Zij zijn gekozen tijdens de verkiezingen.’
Op het bord staan de vier coalitiepartners, Caroline van der Plas, Dilan Yesilgöz, Pieter Omtzigt en Geert Wilders. Die lieten in hun hoofdlijnenakkoord doorschemeren dat ze de inburgeringscursus zoals die nu is, gaan bekijken.
De Holocaust moet verplicht onderdeel worden van de cursus, staat in het akkoord. En: ‘Uitgangspunt is dat je één van ons bent als je meedoet en de Nederlandse waarden onderschrijft.’ Verder pleiten de coalitiepartners voor een opt-out in de Europese Unie voor asiel- en migratiebeleid. ‘Er worden concrete stappen gezet naar het strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit’, aldus het hoofdlijnenakkoord.
Onderwijsroute
Hier in het schoolgebouw naast voetbalstadion De Vliert van FC Den Bosch volgen jongeren tussen de 18 en 27 jaar de inburgeringscursus die Onderwijsroute heet. De lessen variëren van Nederlandse taal en cultuur tot Engels en rekenen. Het gaat ook over de Nederlandse samenleving, maar het hoofdlijnenakkoord gaat volgens Lærkedal grotendeels langs de deelnemers van de zogenoemde Onderwijsroute heen.
‘Als je zo jong bent als onze deelnemers, is het denk ik moeilijk te begrijpen dat besluiten van een nieuwe regering je leven misschien gaan beïnvloeden’, zegt Lærkedal terwijl ze in de pauze tussen twee lessen de ramen van het lokaal opent. Of het haar lessen gaat veranderen? ‘Het is al best wel pittig wat ze allemaal moeten leren.’
Een ochtend in de schoolbanken van de inburgeringscursus bevestigt dit. In een paar uur tijd komen diverse verkiezingen aan bod, de provinciale staten en het provinciehuis van Noord-Brabant (‘Wie kent dit gebouw?’), de scheiding tussen kerk en staat, abortus, euthanasie, de BBB, het aantal zetels in de Eerste Kamer en het verschil tussen een minister en staatssecretaris.
En Dick Schoof. Die laatste kent bijna niemand in de klas. Maar de instantie waar hij lange tijd aan het hoofd stond, is bij iedereen bekend: de IND.
'Vrijheid en respect'
De inburgeringscursus duurt voor deze leerlingen anderhalf jaar, want, zegt een coördinator van de inburgeringscursus, ‘deze jonge mensen leren heel snel en willen door met hun leven’. Daarna kunnen ze doorstromen naar een mbo-opleiding. Vandaag zijn hier vooral jongeren uit Syrië en Irak, geboren in steden als Aleppo of Mosul, die sinds een of twee jaar statushouder zijn. Vier dagen per week komen ze met de fiets of bus vanuit Sint-Michielsgestel, Boxtel, Veldhoven en Asten naar school. Ze willen verpleegkundige worden, tandartsassistent of modeontwerper.
Blader in het lesboek TaalCompleet Kennis van de Nederlandse Maatschappij naar hoofdstuk 2, ‘Vrijheid en Respect’, en zie wat wordt bedoeld met ‘een van ons’ zijn. Al is dat een begrip waarmee docent Lærkedal, zelf Deens en ‘heel lang geleden’ naar Nederland gekomen, moeite heeft. ‘Ik vind het belangrijk dat mensen hun eigen identiteit behouden.’
Onder het kopje Gewoonten staat nu: ‘De Nederlander bestaat niet. (...) Er zijn wel regels en gewoonten. Niet alle regels staan op papier.’ Wat volgt zijn tien plaatjes met begeleidende tekst. Bij een foto van een bord boerenkoolstamppot met worst en kuiltje jus staat: ‘Ik eet om 18.00 uur stamppot.’ Daaronder een foto van een vrouw met cadeautje op schoot. ‘Ik pak mijn cadeautje meteen uit.’
Anne Frank
Op een andere bladzijde van het boek is te zien dat de Holocaust nu al onderdeel is van de inburgeringscursus. ‘Hitler was de baas in Duitsland. Hij wilde veel mensen doden, bijvoorbeeld Joden, mensen met andere politieke ideeën en gehandicapten’, staat er. Het gaat op dezelfde bladzijde over onderduiken, concentratiekampen, Het Achterhuis en Anne Frank. Over hoe Nederlanders hun vrijheid vieren en de oorlogsslachtoffers herdenken.
‘Over de Nederlandse cultuur leer ik meer tijdens mijn bijbaantje dan hier in het klaslokaal’, zegt Mohammed Ali (20), die na schooltijd in een supermarkt werkt. Een hele reeks scheldwoorden rolt op verzoek uit zijn mond. Iedereen in het lokaal lacht. ‘Ik houd van de Nederlandse taal’, zegt de jonge vrouw die naast hem zit; Tasmin Sato (23) vluchtte met haar Syrische familie via Libanon naar Nederland. ‘De Nederlandse mensen kijken met een frons, maar dat betekent niet dat ze niet vrolijk of aardig zijn.’
‘Iemand die naar Nederland komt, moet dus zijn zoals de Nederlanders’, overdenkt Lærkedal het hoofdlijnenakkoord. ‘Ik vind dit ingewikkeld. Laat nieuwe mensen zichzelf zijn, hun eigen identiteit houden. Ik ben zelf nog nooit zo Deens geweest als sinds ik Denemarken heb verlaten. Ik zeg altijd dat je twee handen nodig hebt om te klappen. Ik denk dat de Nederlander wat minder zou kunnen oordelen. Daar worden mensen met een niet-blond uiterlijk soms wel moe van.’
Artikel online bekijken? Klik hier